Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [35]Al wat een adem des geestes des levens in zijn neusgaten had, van alles wat op het [36]droge was, is gestorven. 35. Verg. hiermede boven hfdst.6 vs.17, de aantekening. 36. Aldus worden klaarlijk de vissen uitgesloten; verg. hiermede het voorgaande vs.21.